Middagje strand
Als we zijn uitgegeten, schuift Joep zijn stoel naar achteren en zegt: ‘Dan ga ik even kijken of Maria er is.’
‘Is het wel verstandig om je ermee te bemoeien?’ vraag ik.
‘Maar Lot, ze heeft toch zelf om advies gevraagd?’
Zigzaggend doorkruist Joep het terras en even later verdwijnt hij in het restaurant. Genoeglijk strek ik mijn benen uit, schenk mijn glas nog een keer vol, kauw een paar overgebleven olijven weg en graai dan tussen de spullen in de strandtas op zoek naar mijn e-reader. Het verhaal over Dina en haar vriendinnen in het verscheurde Georgië houdt me al de hele vakantie bezig. Na twee hoofdstukken en een lege karaf wijn kijk ik op mijn mobiel en zie tot mijn schrik dat het allang tijd is om naar het strand te gaan, waar we hebben afgesproken met vrienden. Joep zal toch niet al die tijd Maria van haar werk hebben afgehouden? Ik spring in de benen en precies op dat moment komen Joep en Maria naar buiten.
‘Ik ben echt blij met je tips,’ zegt Maria, ‘maar ik weet nog niet of ik Georgos zo ver krijg.’
‘Maar hij heeft er toch ook baat bij dat jullie klandizie toeneemt?’ zegt Joep.
‘Ja natuurlijk. Maar je kent hem. Hij heeft zo zijn eigen ideeën.’
Daarom moeten wij ons er helemaal niet mee bemoeien, zo gaat het door me heen en zeg: ‘Joep, we moeten gaan!’
Joep doet net alsof hij me niet hoort en blijft eindeloos herhalen hoe ze volgens hem het restaurant beter op de kaart kunnen zetten. Maria wendt haar blik af en vraagt aan mij of we naar het strand gaan.
‘Ja, we hebben afgesproken met vrienden. Ze wachten op ons,’ zeg ik.
‘Leuk,’ zegt Maria. ‘Ga dan maar gauw!’
Ik overhandig de zware strandtas aan Joep en maak aanstalten om te gaan.
‘Weet je wat zo leuk is, Maria?’ zegt Joop.
Maria glimlacht. Haar ogen dwalen over de mensen die langslopen.
‘We hebben dat stel waarmee we hebben afgesproken hier bij jullie leren kennen. In de zomer van 2018. Ik weet het nog precies. Die avond hadden jullie live muziek, wat echt een gouden greep was en …’
‘Joep. We gaan!’ Ik trek hem aan zijn arm.
‘Nou, Maria. Je hoort het. Liselot wil dat we gaan.’