Ik zie, ik zie wat jij niet ziet ....
Een goede schrijver stelt zich open voor zijn of haar omgeving en maakt gebruik van alle zintuigen. Daarom is een van de opdrachten tijdens mijn cursus Creatief Schrijven:
Maak een wandeling door een winkelstraat of over de markt.
Praat met niemand.
Neem de omgeving goed in je op en gebruik daarbij al je zintuigen.
Wat hoor, proef, ruik, voel en zie je?
Schrijf naar aanleiding van je ervaring een tekst van maximaal 300 woorden.
Durf jij de uitdaging aan te gaan?
Zie: www.creatiefcollectiefelst.nl
Middagje strand
Als we zijn uitgegeten, schuift Joep zijn stoel naar achteren en zegt: ‘Dan ga ik even kijken of Maria er is.’
‘Is het wel verstandig om je ermee te bemoeien?’ vraag ik.
‘Maar Lot, ze heeft toch zelf om advies gevraagd?’
Zigzaggend doorkruist Joep het terras en even later verdwijnt hij in het restaurant. Genoeglijk strek ik mijn benen uit, schenk mijn glas nog een keer vol, kauw een paar overgebleven olijven weg en graai dan tussen de spullen in de strandtas op zoek naar mijn e-reader. Het verhaal over Dina en haar vriendinnen in het verscheurde Georgië houdt me al de hele vakantie bezig. Na twee hoofdstukken en een lege karaf wijn kijk ik op mijn mobiel en zie tot mijn schrik dat het allang tijd is om naar het strand te gaan, waar we hebben afgesproken met vrienden. Joep zal toch niet al die tijd Maria van haar werk hebben afgehouden? Ik spring in de benen en precies op dat moment komen Joep en Maria naar buiten.
‘Ik ben echt blij met je tips,’ zegt Maria, ‘maar ik weet nog niet of ik Georgos zo ver krijg.’
‘Maar hij heeft er toch ook baat bij dat jullie klandizie toeneemt?’ zegt Joep.
‘Ja natuurlijk. Maar je kent hem. Hij heeft zo zijn eigen ideeën.’
Daarom moeten wij ons er helemaal niet mee bemoeien, zo gaat het door me heen en zeg: ‘Joep, we moeten gaan!’
Joep doet net alsof hij me niet hoort en blijft eindeloos herhalen hoe ze volgens hem het restaurant beter op de kaart kunnen zetten. Maria wendt haar blik af en vraagt aan mij of we naar het strand gaan.
‘Ja, we hebben afgesproken met vrienden. Ze wachten op ons,’ zeg ik.
‘Leuk,’ zegt Maria. ‘Ga dan maar gauw!’
Ik overhandig de zware strandtas aan Joep en maak aanstalten om te gaan.
‘Weet je wat zo leuk is, Maria?’ zegt Joop.
Maria glimlacht. Haar ogen dwalen over de mensen die langslopen.
‘We hebben dat stel waarmee we hebben afgesproken hier bij jullie leren kennen. In de zomer van 2018. Ik weet het nog precies. Die avond hadden jullie live muziek, wat echt een gouden greep was en …’
‘Joep. We gaan!’ Ik trek hem aan zijn arm.
‘Nou, Maria. Je hoort het. Liselot wil dat we gaan.’
Terugkeer
'Schrijvenmagazine', juni 2024, publicatie in literaire bijlage 'Alice': Mijn verhaal Terugkeer
Aan de waslijn wapperen een paar versleten handdoeken. Onder de pruimenboom ligt een smurrie van verrot fruit. Voorzichtig open ik de achterdeur en gluur naar binnen. De zoete geur van hooi beneemt me de adem. Mijn benen voelen zwaar als ik over de drempel stap.
Even later sta ik midden op de deel. Nadat mijn ogen gewend zijn aan het duister, zie ik de schommel aan de balken. Ik grijp het ruwe touw vast en strijk met mijn vingers over het houten plankje waar ik vroeger urenlang op heb gezeten, zwierend door de lucht. Gestommel in het voorhuis, kort daarna het klotsen van klompen op de lemen vloer.
‘Is daar volk?!’ De stem van mijn vader veroorzaakt een trilling in mijn binnenste.
In het licht van de geopende deur herken ik zijn contouren. De ronde rug, de kromme benen.
‘Ik ben het pa. Lia.’ Ik pers de woorden eruit.
De gestalte komt mijn kant op. Bewegingloos staan we tegenover elkaar.
‘Wat kom je doen?’ Zijn stem klinkt hard en schril, zoals jaren geleden, toen ik op mijn achttiende zwanger werd en weigerde te vertellen van wie het was. ‘Je hoeft niet langer thuis te komen,’ waren de woorden die hij sprak en ons vanaf toen scheidden.
Ik kan nog terug, zo gaat het door me heen. Omkeren, de deel over, door de achterdeur naar buiten. Maar dan denk ik aan mijn dochter, aan hetgeen ik haar heb beloofd en ik aarzel niet langer. ‘Maartje wil haar opa zien.’
In de verte hoor ik een paar koeien loeien. Het zal bijna melkenstijd zijn.
‘Maartje?’ fluistert hij.
‘Ja. Naar moeder.’
‘Twaalf bijna?’ Zijn stem bibbert.
‘Volgende week. Dan is ze jarig.’
Hij laat zijn schouders hangen en slaat zijn ogen neer. Nu pas zie ik hoe mager hij is geworden. Van zijn ooit zo weelderige haardos zijn alleen een paar grijze plukjes over. Hij kijkt me aan, zijn lippen bewegen, maar er komt geen geluid. De ruimte vult zich met stilte. Zonder er verder bij na te denken, sla ik mijn armen om hem heen en trek zijn broze lijf tegen me aan. Als ik hem weer loslaat, rollen de tranen over zijn wangen. Hij draait zich om en wenkt me, achteloos, zoals hij me vroeger altijd wenkte als hij een karweitje voor me had. Ik volg hem naar de keuken en we gaan aan tafel zitten. Hij tegenover me, het Perzisch kleedje tussen ons in.
De zwaarte in mijn benen vloeit weg, mijn longen vullen zich met nieuwe lucht. Uit mijn tas haal ik de foto van Maartje tevoorschijn en schuif hem over het kleedje naar vader toe. Hij staart naar de foto en richt dan zijn blik naar de schouw, vanaf waar moeder naar ons lacht.
‘Hetzelfde haar, dezelfde blik,’ zeg ik.
Vader glimlacht. ‘En net zo mooi.’
Ik knik.
‘Het spijt me, Lia. Het spijt me zo.’
‘Het is goed pa,’ zeg ik.
Ik leg mijn handen op de zijne. Toonloos tikt de klok de tijd vooruit.
Valentijnschrijfwedstrijd
En toen had ik zomaar weer eens zin om mee te doen met een schrijfwedstrijd. Het thema was 'Ik vertrek' en deze twee woorden moesten een paar keer terugkomen in de tekst, die maximaal 2000 woorden mocht bevatten. Daarnaast moest het een romantisch verhaal worden.
Het was zondagmiddag en het regende. Ik keek naar buiten, pakte mijn pen en begon te schrijven. En net als vroeger, toen ik nog veel vaker schreef, kwamen de woorden vanzelf en ontrolde het verhaal zich alsof het al langer bestond.
De daarop volgende week las ik het nog eens door, verbeterde een en ander, schoof wat met de tekst, zette de puntjes op de i en toen vond ik het goed genoeg. Of, zoals een van mijn cursisten eens verzuchtte: 'Dit is het. Beter kan ik niet.'
Zoals dat met schrijfwedstrijden gaat, moet je daarna lange tijd wachten. En net op het moment dat je die hele wedstrijd bijna alweer vergeten bent, floept daar het bericht je mailbox binnen.
En dit was het bericht dat ik ontving:
"Ik heb prachtig nieuws voor je! Jouw verhaal is geselecteerd voor de bundel van de Valentijnprijs. Jouw verhaal heeft heel goed gescoord en daarom sta je tevens in de shortlist."
Tijdens een feestelijke bijeenkomst op zaterdag 21 april was de uitreiking. Ondanks een mooi juryrapport, heb ik helaas niet gewonnen. Wel ben ik een ervaring rijker en kan ik weer een verhalenbundel met een van mijn verhalen toevoegen aan mijn oevre.
Reactie van één van de juryleden: "Het verhaal van Aafke die wegvlucht van haar narcistische man Tim. Ze gaat stiekem naar een ex-vriend van haar, Pepijn. Op weg naar hem beseft ze dat het een hele gok is, want houdt hij nog steeds van haar en is zijn leven niet geheel veranderd? Gelukkig voor Aafke zit het met zijn liefde voor haar wel goed. Een fijn verhaal dat heel goed verzorgd is opgeschreven. Een echte feelgood met een scherp contrast tussen haat en liefde. Het plot is wat recht toe recht aan, maar door de goede schrijfstijl en het filmische element blijft het me tot het einde boeien. Het thema “ik vertrek” is goed verwerkt en het is knap dat de personages ondanks het beperkte woordenkader toch heel goed zijn uitgediept. Ja, het las lekker weg. Heel graag gelezen!"
Aanmelding bij Schrijvenonline
Mijn cursus Creatief Schrijven is nu ook aangemeld bij de website van http://www.schrijvenonline.org/
Schrijvenonline is een platform voor lezers en schrijvers. Met dagelijks nieuwe schrijfopdrachten, actuele informatie, verhalen, ervaringen, informatie over schrijfwedstrijden en activiteiten en veel meer!
'The place to be', voor elke (beginnende) schrijver!
Alwetende verteller
Je verhaal laten vertellen door een 'alwetende verteller': is dat interessant en kun je daar je lezer mee boeien? En hoe doe je dat dan?
Hier hebben we ons deze week mee bezig gehouden tijdens mijn cursus Creatief Schrijven. Tijdens de oefeningen bleek het lastig toe te passen. Al snel vervielen de meesten terug in de derde persoon.
Vroeger was het gebruik van de 'alwetende verteller' veelvoorkomend. De verteller leidde je door het verhaal en als het zo uitkwam sprak hij of zij je als lezer toe. Zo wordt dat nu nauwelijks meer gedaan. De alwetende verteller wordt in de moderne literatuur vaak verweven met andere perspectieven.
Beginzin uit 'Hier ligt een mooie taak' van Marten Toonder:
De dokter had heer Bommel beweging in de buitenlucht voorgeschreven, en daar hield hij zich aan. Zo kan men hem hier in een roeiboot op de Woelerplas waarnemen, terwijl hij met zwakke hand het roer houdt.