Ben je nog aan het schrijven?
Dit is een vraag die ik de laatste tijd weer vaak krijg. Mogelijk omdat men met smart zit te wachten op een vervolg op Het familieweekend of gewoon uit belangstelling? Na twee boeken te hebben uitgegeven is het ook een vrij normale en voor de hand liggende vraag. Temeer omdat je niets merkt van het werk van de schrijver zolang het de buitenwereld niet heeft bereikt. Maar het antwoord is natuurlijk: jazeker, ik ben nog aan het schrijven! Altijd, elke dag. Het is al jarenlang iets waar ik niet meer zonder kan. Zoals de geoefende wandelaar zich geen week zonder een stevige wandeling kan voorstellen, zo kan ik mij niet meer voorstellen dat ik niet schrijf. Dat wil niet zeggen dat het elke dag hoogdravende literatuur is wat uit mijn pen komt. Soms zijn het wat met de hand geschreven regels in mijn notebook of soms is het lange mail aan een vriendin.
Maar ik moet eerlijk zijn, de laatste maanden ben ik heel serieus verder gegaan met het boek waar ik twee jaar geleden al een start mee had gemaakt, maar wat ik door omstandigheden een tijdlang heb moeten laten liggen. En als ik zeg 'serieus', dan bedoel ik eigenlijk 'fanatiek'. Zo gauw ik wist hoe het verder moest gaan, was ik niet meer te stoppen. Elk vrij uurtje, elke vrije middag, doordeweeks of in het weekend, ben ik bezig geweest met mijn roman- in - wording. En nu is de eerste versie af. Helemaal compleet. Klaar. Het verhaal heeft een hoofd, een romp en een staart gekregen. De vraag is nu of het een mooi lichaam is geworden, dat men wil zien en aanraken of dat er nog meer aankleding nodig is, juist wat uitgedaan moet worden of anders gerangschikt. En om dat te weten laat ik er anderen naar kijken, het verhaal lezen en beoordelen en van stevige kritiek voorzien, zodat het beter gaat worden, mooier. Dus voordat het hele proces ten einde is, zullen we weer een paar maanden verder zijn. Een half jaar wellicht. En dat is niet erg, want ik heb geen haast. En na het herschrijven dat ongetwijfeld nodig is na het laten tegenlezen, dan laat ik het nog een tijdje liggen, om het daarna nog een allerlaatste keer door te nemen, alle puntjes op de i te zetten, de komma's op de juiste plaats, wel of geen koppeltekens. En als dat dan ook allemaal oké is en ik er zelf van overtuigd ben dat ik er het uiterste heb uitgehaald, dan pas ga ik het opsturen naar de uitgever. Vanaf dan begint het wachten. Of het goed genoeg is om aan de openbaarheid te tonen.