Het verlaten tuinhuis heeft de lezer weten te vinden.
P. belde me gisteravond op om mijn boek te bespreken. Hij had erg genoten van het verhaal en het had hem veel gedaan. De passage op bladzijde 123, 124 vond hij heel mooi en wat hem betreft had ik die wel op de achterflap mogen plaatsen.
"Dat ze boos was geworden, kwam omdat boosheid gemakkelijker te verdragen was dan verdriet of schuld, dat wist ze maar al te goed. Als je kwaad was of je je ergerde, dan kon je je verbaal uiten, schreeuwen als je wilde of zelfs slaan als je zin had. Verdriet en schuld moest je in je eentje dragen. Je kon stilletjes gaan zitten huilen, maar verder moest je de ellende gewoon doorstaan, ook al was het ondraaglijk, waardoor het een eenzaam proces was en je je zo ontzettend allenig voelde. Zelfs als je partner hetzelfde doormaakte. Niemand kon voelen wat jij voelde, niemand kon je gedachten raden, niemand wist wat er zich binnen in je afspeelde, en het uitleggen aan een ander of het delen met je naaste, zelfs dat lukte niet, als je dat al zou willen. Als je niet oppaste, keerden de mensen zich van je af, namen ze afstand van je alsof je een besmettelijk virus bij je droeg, en had je zelf ook geen zin meer om met ze op te trekken, omdat je zelf in een geheel andere wereld leefde dan de mensen om je heen."