Klaske Bakker, Creatief Schrijven

Klaske Bakker

Creatief Schrijven
 
boekje.jpg

'Je mag me altijd bellen.'

Een jaar geleden heb ik me vol enthousiasme aangemeld als vrijwilliger in een verpleeghuis. Ik wilde graag iets betekenen voor de mensen die er wonen, waarover je vaak hoort dat ze weinig bezoek krijgen en nauwelijks buiten komen. Ik verwachtte met open armen ontvangen te worden en toegevoegd te worden aan de pool vrijwilligers die ze ongetwijfeld al hadden. Ik stelde me zo voor dat ik de ene keer met iemand zou gaan wandelen, de andere keer mee zou helpen met knutselen of op een regenachtige middag met een paar mensen koekjes zou bakken. Zulk soort dingen. Ik was overal voor in. 

Het liep anders. Een duidelijk plan was er niet. En iets van vrijwilligersbeleid al helemaal niet. Ik mocht zelf bedenken wat ik ging doen. Ik werd niet voorgesteld aan de medewerkers en ook niet aan de bewoners. Ik had dus geen idee wat men wel of niet zou kunnen of wat men wel of niet leuk zou vinden. Aangezien ik geen enkele ervaring heb met 'bezigheidstherapie' en aangezien ik dus echt helemaal niets te horen kreeg over de bewoners, was het in deze situatie voor mij alsof ik zonder zwemdiploma in de zee werd gegooid. 

'Vooral doen wat jezelf leuk vindt,' werd er tegen me gezegd. En: 'Je leert de mensen vanzelf kennen.

Al spartelend heb ik mijn weg proberen te vinden in het verpleeghuis. Ik had besloten om te gaan voorlezen en na een wat onzeker begin had ik al snel een groepje trouwe fans om me heen verzameld. Viijf vrouwen en één man, die ik meenam naar de koffiekamer. Ik begon meestal met een stukje uit de krant. Iets grappigs of opvallends. Daar praatten we dan over. Daarna las ik een wat langer verhaal voor uit een boek dat ik in de bibiliotheek gevonden had. Verhalen die bedoeld waren voor kinderen, maar zeker niet kinderachtig waren. Halverwege haalde ik altijd wat limonade voor ze en terwijl we daarvan dronken kletsten we over van alles en nog wat. Tot slot las ik een gedicht voor. Ook al zijn gedichten soms moeilijk te begrijpen, toch vonden ze het mooi om er naar te luisteren. 

Ik had en heb sterk de indruk dat de bewoners genoten van het wekelijkse uurtje met mij. En daar was het natuurlijk om begonnen. Maar toch: met de verzorging kreeg ik maar geen contact. Ik werd niet op de hoogte gehouden van ontwikkelingen binnen de organisatie, kreeg niets te horen over de bewoners. Over hoe het met ze ging, of er de afgelopen week bijzonderheden waren gebeurd of andere dingen die van belang konden zijn voor mij. Ik probeerde praatjes te maken, te informeren naar het een of ander, maar het was alsof de zee waarin ik was gegooid omgeven was door hoge rotsen, waar ik niet tegenop kon klimmen. 

Moe geworden van het rondjes zwemmen heb ik daarom besloten om ermee te stoppen. 'Ik voel me hier niet op mijn plek,' heb ik gezegd. De laatste keer heb ik de bewoners die elke week bij me aanschoven allemaal een hand gegeven en gezegd dat ik ze zou gaan missen. En dat meende ik oprecht. 'Je mag me altijd bellen,' zei Sonja. En dat vond ik zo lief. Ik zei tegen haar: 'Dat is ook een mooie titel voor een boek.' Dat was ze helemaal met me eens. 'Maar dan moet je er wel bijzetten, dat de titel van mij komt!' 

De gesprekjes met de bewoners hebben me vreugde gegeven en ik zal warme herinneringen koesteren aan mijn jaar in het verpleeghuis. In de map 'verpleeghuisverhalen' in het zijmenu kun je lezen over mijn ervaringen. Ik zal deze een tijdje laten staan en mogelijk aanvullen op basis van mijn herinneringen. 

 Terug
Geplaatst: 19-06-2023 10:32:54

Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst

Reactieformulier